IV.IIÂ ICT ORGANISEREN IN DE (DIGITALE) LEEROMGEVING
4.2.1 De docent toont aan dat hij de benodigde faciliteiten, hard- en software kan organiseren.
Deze website is hier een bewijs van (zie indicator: II. Digitale basisvaardigheden). Ook het werken met Wikiwijs (bijlage 4.1.2.a) en Kahoot! (bijlage 4.1.1.a) zijn hiervan bewijzen.
4.2.2 De docent toont aan dat hij de schoolregels ten aanzien van ICT toepast en in staat is deze te vertalen binnen zijn onderwijscontext.
Op veel scholen is het niet toegestaan om telefoons te gebruiken tijdens de les. Voor het spelen van een Kahoot! of Socrativ is een online device nodig en mogen de leerlingen hun telefoons uit de telefoonzak halen. Soms zijn er klassen met iPads;Â in dat geval kunnen ze de online games op hun iPads spelen.
4.2.3 De docent toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.
In Wikiwijs kunnen leerlingen op hun eigen tempo filmpjes en lesstof bekijken en opdrachten maken (bijlage 4.1.2.a).
​
Verder gebruik ik vaak een online timer tijdens bepaalde opdrachten, zodat de leerlingen op het Digibord kunnen zien hoe lang zij nog de tijd hebben (bijlage 4.2.3.a).